Het netwerk Kind&NAH wil de kwaliteit van zorg voor kinderen met niet-aangeboren hersenletsel verbeteren. De ambitie is optimale kwaliteit van leven die bijdraagt aan betekenisvolle uitkomsten voor het kind en omgeving, zo dicht mogelijk bij huis. Daaraan werken heel veel mensen mee. In de serie 'Even voorstellen..' stellen een aantal mensen zich voor, delen hun motivatie om deel te nemen aan het netwerk en vertellen op welke wijze zij daar een hele belangrijke bijdrage aan leveren.
Vandaag is het de beurt aan Bas Oude Ophuis, kinderpsychiater UMC Utrecht
“Vanuit de kinderpsychiatrie is NAH een onderbelicht fenomeen. Vandaar dat ik de kans om mee te denken over het opzetten van het netwerk met beide handen heb aangegrepen. Vanuit het UMC Utrecht hebben we afgesproken dat we als Doelgroep Expertise Centrum (DEC) voor het hele land beschikbaar zijn voor diagnostiek en behandeladvies als collega-hulpverleners lokaal, maar ook regionaal met gezinnen vastlopen. Verder komt in Utrecht ook het landelijke Kenniscentrum dat scholing en onderzoek verder gaat ontwikkelen.”
Bas ervaart zijn inspanningen voor het netwerk als complex maar waardevol. Zo is hij erg te spreken over de kruisbestuiving die plaatsvindt binnen het UMC. “Het feit dat we samen met de kinderrevalidatie en andere deskundigen zoals een psycholoog de intakes gaan doen, zorgt voor een mooie kruisbestuiving. Ieder kijkt vanuit zijn eigen werkveld naar een casus en zo kunnen we van elkaar leren.” Het is een mooie uitdaging om samen met gezinnen de weg te vinden in het zorglandschap, zo zegt Bas. “De niches waar we bij sommige patiënten in terecht komen zijn heel boeiend, maar ook spannend. Soms heb je geen oplossing, soms moet je met wat creativiteit te werk gaan omdat je in onontgonnen gebied zit. Dat betekent echter ook dat je niet altijd terug kunt vallen op bestaande expertise. Het pionieren heeft dus twee kanten.”
Feit is volgens Bas in elk geval dat de kinderpsychiatrie in Nederland te weinig betrokken is bij kinderen met NAH, en dat moet anders. “Het netwerk wil daar meer body aan geven. En de mensen die met NAH te maken krijgen, gun ik dat ze de juiste zorg krijgen en hun weg weten te vinden in het doolhof die ons zorglandschap kan zijn. Want iedereen kan ermee te maken krijgen en je wilt in zo’n geval niet van het kastje naar de muur gestuurd worden, je hebt al genoeg aan je hoofd. Ik ben dan ook erg blij met de rol van de NAH-coaches die binnen deze gezinnen hun werk doen.” Bas zou graag zien dat het netwerk bestaat uit professionals die elkaar kennen en waarin heel duidelijk is hoe de hazen lopen. “Wie kun je op welk moment om hulp vragen en hoe kun je zo snel mogelijk op- en weer afschalen? Daar kan niet alleen de NAH-doelgroep van profiteren, maar de gehele kinderpsychiatrie. We willen toe naar een situatie waarbij we poliklinische en klinische diagnostiek en advies kunnen bieden, om dit nadien zo snel mogelijk dichtbij de gezinnen in de eigen regio vorm te geven.”
Volgende week stelt Annelies Donderwinkel zich voor!